Lupos slenterde door het dorp. Het was een zware nacht geweest voor hem. Hij had honger maar was nog onderweg. Hij had er niet aan gedacht dat het volle maan zou zijn. Hij zuchtte en keek naar boven. De felle zon scheen in zijn ogen en hij trok zijn gezicht weg. "Waarom moest ik nou gebeten zijn, was ik maar naar binnen gegaan toen mijn moeder dat vroeger zei" Sloom liep hij een straatje in. Een paar mensen keken hem aan, vast omdat hij nieuw was. Sommige fluisterden. Omdat hij een weerwolf was had hij een goed gehoor en hij ving nog net een paar woorden op: "Zal dat er weer een zijn?" en "Zullen we vannacht bij elkaar komen" hij keek rond en zag een man die een geweer vast had. Hij zuchtte, daarom wilde hij dus geen weerwolf zijn. Ok, de veranderingen van mens naar wolf waren wel leuk, maar de nadelen die er aan vast zaten. En hoeveel mensen vermoorde hij wel niet? Hij voelde een helse pijn langstrekken. Chips een juwelier. Hij liep snel verder en voelde de pijn wegtrekken. Hij keek de winkel na, tot een gebouw er voor ging. Hij ging zitten op een bankje en keek rond. Het dorp was vreemd voor hem, en hij voelde zich niet thuis.